Een centrische kracht veroorzaakt een constante spanning F/A. Door de excentriciteit komt er een lineair verlopende spanning bij.
Voor uitleg: Klik hier.
Beide spanningen opgeteld (dat mag!) leveren het getekende spanningsverloop.
Als de excentriciteit 1/6 van de breedte van de doorsnede bedraagt is de spanning aan één uiteinde nul en aan het andere uiteinde tweemaal zo groot als de gemiddelde spanning.
Als de kracht aan de rand van de doorsnede staat hebben de spanningen een verhouding 2:1.
Het materiaal kan wel of geen trekspanningen opnemen